10 herkenbare situaties op de camping
Met een zucht plof je neer op de stoel voor je tent. Jullie zijn net aangekomen op de camping, alles is uitgepakt, de tent aan kant. Zelfs de bedden van de kids zijn al opgemaakt! Even acclimatiseren, want dat is toch altijd even wennen op de camping. Een groepje kinderen rent voorbij met een voetbal en je ziet je zoontje verlegen naar ze kijken. ‘Vraag maar gewoon of je mee mag spelen’, zeg je tegen ‘m. Snel rent hij achter de andere kinderen aan en gooit hij de schroom van zich af. Jijzelf ook. Tijd voor een drankje met de beentjes gestrekt... Hè lekker, de vakantie is begonnen! Herkenbaar? Dan herken je deze 10 situaties vast ook!
1. 'Ja we gaan wél voeten wassen! Ze zijn pikzwart!'
Ravotten in de speeltuin met zandbak, koprollend door het bos, voetballen op het campingveldje… Maar aan iedere vakantiedag komt een eind: tijd om naar bed te gaan! Niet voordat dat varkentje even gewassen is natuurlijk. En dan begint de bekende strijd, want ze willen niet onder de douche… ‘Ja we gaan wél voeten wassen! Ze zijn pikzwart!’
2. 'Ik heb honger.'
Ze groeien als kool, die kids van jou. En dat stopt niet als je op vakantie bent. Dus de hele dag wordt je achtervolgd door hongerige wezentjes die je laten weten: ‘Ik heb honger.’

3. 'Dat lust ik niet.'
Maar o wee als je ze iets onbekends voorschotelt. Ze zeggen weleens 'Wat de boer niet kent, dat vreet hij niet.' Nou, bij kinderen is het precies hetzelfde! Althans, als je een bord met groenten voor hun neus zet, is de kans groot dat ze dan vies zullen kijken. Nu is dat met groenten niet zo gek, want welk kind is er niet allergisch voor? Wel leuk om te zien, is dat subtiele kinderhandje, die het bord wegduwt zonder dat papa of mama het doorheeft... Natuurlijk!
4. 'Mama, mag ik een TikTok maken?'
De nieuwste hype van zelf filmpjes maken, zal ook tijdens de komende zomervakantie zijn intrede doen: lekker fimpjes maken met TikTok! ‘Mama, we hebben een dansje geleerd, mag ik er een TikTok van maken? Heb ik wel even je telefoon nodig…’

5. 'Vraag maar gewoon of je mee mag spelen!'Zoals hierboven al beschreven: op de camping is het altijd heel even aftasten voor de kids. Misschien gaan ze meteen op avontuur, maar misschien blijven ze ook wel een beetje verlegen voor de tent hangen. Dan is het aan papa of mama om die kleine over de drempel te helpen: ‘Vraag maar of je mee mag spelen!’ En anders is er nog altijd
ons team, die je kids wel over de streep krijgt. Even later zie je je kind hollen en vliegen alsof het altijd zo is geweest.

6. 'Pap, waar is m’n duikbril?'
Allereerst was het al een flinke zoektocht in al die tassen: waar is nou die duikbril gebleven? Die had je toch op een goede plek ingepakt, bij alle zwemkleding? Nou, dat brilletje is nergens te vinden. Op naar de campingwinkel voor een prachtig nieuw exemplaar. Kind blij, jij blij! Uur later: ‘Ik ben m’n duikbril kwijt!’ ‘Hoezo, je bent je duikbril kwijt? Je hebt ‘m net nieuw!’. Bij het uitpakken thuis, vind je alsnog de duikbril van je zoontje: was in een donker hoekje van de sporttas weggekropen…
7. 'Nee, je mag niet alleen op de camping blijven!'
Hij ziet het al helemaal zitten: mama gaat de omgeving bekijken en dan blijft hij mooi op de camping. Lekker de hele dag als een koning op de skelter rijden! Want ja, al die vakantievriendjes en leuke dingen die er te doen zijn op de camping: je kind raakt er snel aan gehecht. Maar je wilt eigenlijk dat die kleine zich later nog wel iets herinnert van de omgeving waar jullie op vakantie waren. Daarom gaan jullie in de buurt op verkenning uit, naar een leuk dorpje (met ijsjes!). Maar ja, overtuig de kids maar eens tijdens het ontbijt…

8. 'Mama, ik moet plassen!'
Het is je toch nog gelukt om je kleine te overtuigen. De belofte van een ijsje doet wonderen... ‘Hè, hè, we zijn vertrokken’, verzucht je opgelucht. Vandaag gaan jullie die leuke stad in de buurt bezoeken. Iedereen heeft er zin in. Jullie rijden nét de camping af en dan hoor je vanaf de achterbank: ‘Mama, ik moet plassen!’ Goed, we keren wel even om… Nadat je kind weer in de auto zit, vraag je voor de zekerheid aan de rest of er nog meer mensen moeten plassen? ‘Nee!’, wordt er vanaf de achterbank geroepen. 10 minuten later: ‘Ik moet poepen!’
9. 'Ik wil een ijsje!'
Jaja, belofte maakt schuld! Want als het op ijsjes aankomt, dan hebben kinderen een olifantengeheugen. Je had toch een ijsje beloofd? Als je eenmaal ‘het bevroren woord’ in de mond hebt genomen, is het ijsje voor, ijsje na. Totdat het moment daar is, en misschien ook nog wel daarna! Want één ijsje is is geen ijsje, twee ijsjes is een half ijsje… en dat gaat oneindig door.

10 'Pap, mogen we hier blijven?'
Zo’n vakantie vliegt altijd voorbij. Op de laatste avond vraagt je dochtertje in bed of jullie hier kunnen blijven. Dat is natuurlijk een goed teken, hoe verdrietig ze ook is op dat moment! Jullie hebben het geweldig gehad samen. En die herinnering nemen jullie mee, in de auto op weg naar huis.

Nu nog maar een paar te gaan, en dan is het ho stop ho! Dus wil je nog met ons mee op vakantie? Verzilver je stekkie op de camping. Op onze vertrekkalender zie je waar je deze zomer nog kunt bijkomen van die paar maanden thuisonderwijs!